“Het is hartverscheurend: hulpverleners die bedreigd worden”
De ogen niet sluiten
Maandenlang heb ik het nieuws over Israël, de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever gelezen. Om wanhopig van te worden. Toen ik als ambassadeur van het Rode Kruis gevraagd werd om verslag te doen van de situatie daar, aarzelde ik niet. Twee weken later stapte ik in het vliegtuig naar Tel Aviv. Ik ging op weg naar Ramallah op de Westelijke Jordaanoever, voor een reis die anders is dan alle andere die ik tot nu toe heb gemaakt.
Ter plaatse ben ik me er voortdurend van bewust dat ik maar zo’n tachtig kilometer verwijderd ben van de Gazastrook, waar een van de grootste menselijke tragedies sinds tijden zich afspeelt. Als we richting de Westelijke Jordaanoever rijden, zien we wegversperringen, betonnen blokken en checkpoints. Bij het hoofdkantoor van de Palestijnse Rode Halve Maan, zoals het Rode Kruis daar heet, ontmoet ik hulpverlener Nebal. Zij zal me de komende dagen meenemen. Tijdens deze dagen zie ik hoe vrijwilligers zich, ook onder deze moeilijke omstandigheden, blijven inzetten om hun medemensen te helpen. Ambulancemedewerkers vertellen bijvoorbeeld dat ze vaak worden tegengehouden, geïntimideerd en zelfs beschoten. Het is hartverscheurend: hulpverleners die bedreigd worden, terwijl ze juist het verschil willen maken in de meest kwetsbare situaties.
Op de terugweg laat ik alle verhalen en beelden op me inwerken. Ik heb geen idee hoe het verder zal gaan, maar ik bedenk me wel dat we onze ogen niet mogen sluiten voor wat er daar gebeurt. Het minste wat we voor de bewoners daar kunnen doen, is ons alleen al bewust te zijn van hoe ingewikkeld het leven nu voor hen is.
Floortje Dessing,
Ambassadeur Rode Kruis